Met trots stellen we aan u voor uw nieuwe pensioenfonds: Rail & Openbaar Vervoer. Het kan zijn dat het samengaan van het Spoorwegpensioenfonds (SPF) en de Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV) vragen bij u oproept. Dat is logisch.


De meest gestelde vragen leggen we voor aan Marije Reinders van SPF en Thijs de Wever, bestuurslid van SPOV.




Op 1 april 2020 is het Spoorwegpensioenfonds (SPF) samengegaan met Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV) in het nieuwe Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer. Volgens Marije is dat een logische en juiste stap. “Het SPF en SPOV passen heel goed bij elkaar. Het zijn beide degelijke en stabiele pensioenfondsen, met ongeveer dezelfde dekkingsgraad en pensioenregeling."

Ook het werk van onze deelnemers heeft veel raakvlakken. Bovendien raakt het OV via het spoor en de weg steeds meer met elkaar verweven. Thijs legt uit: “Wie nu bij een bedrijf in de spoorsector werkt, kan morgen in het openbaar vervoer op de weg werken. We worden steeds meer één sector en daarbij past één pensioenfonds heel goed.” 


Toekomstbestendig

Marije geeft aan dat door het samengaan in Rail en Openbaar Vervoer het pensioenfonds een nog stevigere basis voor een gezonde toekomst creëert. “Het regelen van pensioenen is steeds ingewikkelder geworden en vraagt steeds meer van het bestuur. Daarbij komt dat er nú, en de komende jaren flinke uitdagingen in het verschiet liggen. Denk bijvoorbeeld aan de veranderingen die op ons af gaan komen door het nieuwe pensioenakkoord, wat veel in het nieuws is. Voor dat alles moeten wij straks klaar zijn. We zagen dat op termijn groei nodig was. Deze stap wilden we zetten op een zelfgekozen moment, niet op een moment dat we gedwongen waren het te doen. Pas dan sta je sterk. Ik ben heel blij dat we de fusie samen met SPOV hebben kunnen realiseren. De fusie is echt in het belang van al onze deelnemers en gepensioneerden.” 

HOE ZIT HET MET DE DEKKINGSGRAAD?

Gaat SPF, met meer deelnemers,  meebetalen aan de pensioenen van het minder rijke SPOV?  Mathilde en Thijs verzekeren dat dat absoluut niet het geval is. “SPF heeft wel meer vermogen dan SPOV, maar daar staan ook meer pensioenverplichtingen tegenover. Ze vertellen verder in de video hierboven.

Intensief proces

Uitgangspunt van de fusie was dat niemand erop achteruit mocht gaan en dat er geen geld van het ene naar het andere fonds mocht gaan. Trots licht Thijs toe: “We zijn blij dat ons dat is gelukt. Het is een intensief proces geweest, maar we kunnen uit de grond van ons hart zeggen dat dit voor iedereen de juiste stap voor de toekomst is. Op de korte termijn verandert er niets. We blijven een herkenbaar en laagdrempelig pensioenfonds voor onze sector.” 


Dubbele winst

Sterker nog, Marije en Thijs geven aan dat de fusie met SPOV juist een bredere basis legt om uitdagingen van de toekomst aan te gaan. Daar ligt volgens hun de werkelijke winst van de fusie. Bovendien wordt er door het fuseren flink bespaard op de kosten, zo’n 2,8 miljoen per jaar. “Dat is ook goed voor uw pensioen”, weet Marije. “Als groter pensioenfonds krijgen we betere condities bij investeringen en beleggingen. Ook dat werkt in uw voordeel. En natuurlijk verandert er niets aan het opgebouwde pensioen. U krijgt waar u recht op heeft.” 

Grote voordelen

Dat de fusie veel vragen oproept, vinden ze beiden begrijpelijk. Marije: “Je pensioen is nu eenmaal een enorm belangrijke arbeidsvoorwaarde. Ik was blij om te merken dat mensen prima begrijpen wat de voordelen zijn van een groter pensioenfonds. Uiteindelijk is dat beter voor je pensioen. Aan de andere kant snap ik ook dat deelnemers er moeite mee hebben dat de oude vertrouwde pensioenfondsen verdwijnen. Maar ik ben ervan overtuigd dat deze stap in het belang is van onze mensen en hun pensioen. Deelnemers krijgen er een sterker pensioenfonds voor terug en behouden tegelijkertijd al het goede van wat ze hadden: een herkenbaar en laagdrempelig pensioenfonds, van en voor de mensen in de sector. Er wordt veel gewonnen en er gaat niets verloren.”

Bert Groen (61, buschauffeur Qbuzz) las over de verschillen tussen de twee fondsen. Hij vraagt zich daarom af of er verschil zit in de gemiddelde leeftijd zit tussen de twee fondsen, en of dat consequenties heeft voor zijn aanstaande pensioen.

Thijs antwoordt: “ Het leeftijdsverschil heeft als gevolg dat de SPOV-mensen de eerste zes jaar een toeslag op de premie betalen. Dat is nodig omdat het pensioen van ouderen duurder is dan van jongeren. Hun premie heeft minder tijd om aan te groeien met beleggingsrendementen. Dat zou dus in het nadeel zijn van de deelnemers van SPF”, licht hij toe. “Na die zes jaar is het leeftijdsverschil naar verwachting verdwenen. Zo zorgen we ervoor dat er geen geld van het ene naar het andere fonds gaat.”

De deelnemersopbouw van SPF en SPOV

De dekkingsgraad uitgelegd in cijfers